Op een druilige novemberavond kwamen we samen om te luisteren naar een boeiende spreker: restaurateur Bart Verbeke nam ons mee door de vele projecten van zijn loopbaan.
Kunstwerken dragen de sporen van onze cultuur en onze geschiedenis. Met veel eerbied voor het werk van de kunstenaars restaureert Bart Verbeke al 44 jaar lang religieuze en profane kunstwerken: schilderijen met weelderige kleuren, grisailles, houten beelden die lijden onder de houtworm, beschadigde omlijstingen, vergeelde kleuren, beschadigd of ‘gecraqueleerd’ vernis, of doeken met plooien die lange tijd opgerold lagen in een hoekje. De werken arriveren soms in goede toestand, maar vaak ook niet. Door de eeuwen heen kan veel verloren gaan door brand, oorlog, verwaarlozing, bewuste vernietiging of onhandige manipulatie.
Bart kiest voor het behoud en de leesbaarheid van de werken, in de geest van wat de kunstenaar ooit heeft geschilderd of gebeeldhouwd.
We kregen een helder beeld van het restauratieproces: het controleren van de staat van het doek, het versterken van de randen, het herstellen van scheuren met Japans papier, het opvullen van gaatjes, het vlakmaken van de verflaag, het retoucheren, het aanbrengen van ‘doublures’, het opnieuw opspannen van doeken en het zorgvuldig verwijderen van vergeelde vernislagen.
We leerden ook wat het verschil is tussen conservatie, het behoud van het werk zoals het is - en restauratie, dat een jong vak is. Waar men vroeger vooral op ervaring en persoonlijke smaak vertrouwde en vaak ‘opsmukte’ met eigen stijl (soms met rampzalige gevolgen), zorgt wetenschappelijk onderzoek vandaag voor een verandering. Het originele en historische wordt zoveel mogelijk gerespecteerd, liefst zonder toevoegingen.
Aan de hand van mooi beeldmateriaal zagen we hoe Bart ooit in de Sint-Janskerk van Poperinge zijn loopbaan startte, in opdracht van Professor Seghers. Daarna volgden restauraties voor de Gentse Sint-Niklaaskerk, maar ook voor de Sint-Baafskathedraal, voor Notre-Dame à la Rose in Lessines, het Hotel D’Haene-Steenhuyse in de Gentse Veldstraat, en voor musea, stadshuizen, openbare monumenten en particulieren. Wij zagen polychrome beelden die hun kleuren terugvonden, gescheurde doeken die geconsolideerd werden, de houten handen van een liggend Christusbeeld die verzorgd konden worden, een panorama van Oudenaarde dat ouder bleek dan gedacht, of de redding van een schilderij voor de wereldtentoonstelling van 1913 in Gent.
“Derrière un homme fort se cache toujours une femme”. Ook Elfride Desmet, Barts echtgenote, die eerst gespecialiseerd was in het restaureren van meubelen en houtwerk, maar nu zijn rechterhand is, werd door onze voorzitter Dominique – figuurlijk - in de bloemetjes gezet.
Dominique had op een papiertje de essentie van deze rijke avond samengevat. Hij alludeerde met een knipoog naar anekdotes van de voordracht:
hoe je dankzij geduld soms onverwacht zachte, vrouwelijke rondingen ontdekt, en hoe je soms naar een restauratie snakt wanneer het budget ontoereikend is.
Met deze geestige noot eindigde een aangename en leerrijke avond.